Verwerking van de geleerde stof over werken met sets in Python
Gegeven twee sets:
st1 = {'x', '1', 'y', '2', 'z'}
st2 = {1, 2, 3, 4, 5, 6}
Ontdek in welke van hen het grootste aantal elementen zit.
Gegeven twee getallen:
num1 = 12345
num2 = 12321
Controleer of alle cijfers van het tweede getal in het eerste getal zitten.
Gegeven drie variabelen:
tst1 = 34
tst2 = [1, 2, 5]
tst3 = (6, 7, 8)
Maak een set van al hun elementen.
Gegeven een set en twee variabelen:
st = {'18', '24', '34', '47', '81', '63'}
tst1 = '34'
tst2 = ('81', '12', '46')
Controleer of de elementen van elke variabele in de set zitten.
Gegeven twee getallen:
num1 = 12345
num2 = 45123
Controleer of beide getallen bestaan uit dezelfde cijfers.
Gegeven twee getallen:
num1 = 12345
num2 = 45678
Verkrijg een getal dat bestaat uit de gemeenschappelijke cijfers van onze getallen.
Gegeven drie sets:
st1 = {'ab', 'b', 'ce', 'de', 'd'}
st2 = {'ef', 'd', 'ab', 'bc'}
st3 = {'a', 'g', 'b', 'c'}
Vind de gemeenschappelijke elementen voor de eerste twee
sets. En verenig vervolgens de verkregen
set met st3.